Over liefde, ouder worden en jeugdig kattenkwaad
WILFRED HERMANS – Onze ouderen hebben een rijk arsenaal aan levenslessen opgedaan. Om het gesprek met ouderen op gang te helpen, ontwikkelde Pro Life 52 Generatiekaartjes. Deze gaan over onderwerpen als geloof, opvoeding, relaties en afscheid nemen. SGP-voorman Kees van der Staaij neemt met zijn vader de proef op de som. ‘U hield wel van de knuppel in het hoenderhok; ik ben meer een diplomaat.’
Kees (51) komt uit een gezin van 5 kinderen. Hij heeft 1 oudere zus en 2 jongere broers. Zelf heeft hij met zijn vrouw Marlies 2 geadopteerde kinderen, Michaël (19) en Camila (17). Vandaag is hij op bezoek bij z’n vader. Elke woensdag- en zaterdagochtend bellen ze met elkaar. ‘Die woensdagmorgen was aanvankelijk gereserveerd voor mijn moeder, totdat zij 10 jaar geleden overleed aan bloedkanker. Die gesprekken geven mij tegelijk de gelegenheid om voeling te houden met wat er in de maatschappij leeft; ik kan mijn vader gerust vragen wat hij bijvoorbeeld vindt van het aanbieden van excuses voor ons koloniaal verleden.’
Arie van der Staaij (78) knikt. Hij volgt wat zijn zoon zoal doet en zegt, en steekt daarbij z’n kritische mening niet onder stoelen of banken. ‘Laatst vond ik zijn kerstboodschap iets te algemeen. Hij wilde iedereen bereiken, dat snap ik ook wel.’ Kees: ‘Mijn vader praat je niet naar de mond. Dat weet en waardeer ik. Maar hij kan ook zomaar een appje sturen met: “Goed gedaan, dat debat!” Dan ben je ruim 50 en vind je dat tóch nog leuk.’
Generatiekaartje Jeugd: Wat deed u als kind in uw vrije tijd?
Arie: ‘Ik ging met mijn ouders naar gezelschappen. Daar vertelden mensen elkaar wat God voor hen betekende of gedaan had. Ik ging daar graag naartoe. Een man vertelde zo jaloersmakend enthousiast over zijn bekering dat ik hem achteraf vroeg: “Meneer, kan ik ook nog bekeerd worden?” Hij zei: “Kind, het kon voor mij, het kan voor iedereen.” Zoiets blijft je bij.’
Kees: ‘We kregen thuis altijd veel mee van het geloofsleven van opa en oma.’
Kees: ‘En hoe speelde je eigenlijk?’
Arie: ‘Ik damde veel. En ik hield duiven; dat vond ik een tijdje zelfs belangrijker dan studeren. Mijn vader vond dat prima, maar zei wel: “De middelbare school maak je af.” Daar ben ik hem nog dankbaar voor.’
Karamelrepen van zendingsgeld
Kees: ‘Op een van de kaartjes staat de vraag: wat kreeg u vroeger voor verjaardagscadeautjes? Daar ben ik wel benieuwd naar!’ Arie: ‘Ik kreeg meestal niets. In een arbeidersgezin kreeg je geen dure cadeaus voor je verjaardag. Ik heb het ook nooit gemist. Wel was er frisdrank, alleen op je verjaardag. We moesten van weinig rondkomen.’
Kees: ‘Dat kan ik me nauwelijks voorstellen, omdat wij het altijd goed hadden. En botste u weleens met uw ouders?’
Arie: ‘Het klinkt misschien gek, maar nee. Je had gewoon respect voor je ouders. Trouwens, mijn vader – die jij nooit gekend hebt gekend – overleed toen hij 58 was aan een hersenbloeding, nadat hij afscheid van mijn moeder, mijn zus en mij had genomen.’
Kees: ‘Hebt u het daar nooit moeilijk mee gehad, dat u niks meer met uw vader kon bespreken?’
Arie: ‘Zeker wel. Maar het hielp dat hij me normen en waarden heeft bijgebracht die me altijd zijn bijgebleven. Ik nam eens prachtige krijtjes mee naar huis, stiekem. M’n vader zei: “Dít kan niet, die gaan we terugbrengen!” Ik zie nóg voor me hoe we samen naar de juf gingen … Sindsdien heb ik nooit meer iets ongevraagd meegenomen.’
Kees, was jij vroeger ook zo ondeugend?
Kees: ‘Ik weet nog wel dat er een tankstation was waar heerlijke karamelrepen werden verkocht. Daar ging mijn zendingsgeld weleens naartoe. Door de tranen van mijn moeder ben ik gaan beseffen hoe verkeerd dat was. Ik zie haar gezicht nog voor me … Verder was het vooral kattenkwaad. Ik heb tijdens mijn middelbareschooltijd weleens een conducteurshokje opengemaakt en reizigers toegesproken via de intercom: “We naderen nu station Den Dolder, maar u wordt verzocht niet uit te stappen.” Later bleek dat een lerares van mij ook in die trein zat, waarna ik straf kreeg.’
Arie: ‘Ik herinner me ook nog dat Kees op een gegeven moment bovenop de schoorsteen de krant zat te lezen. Vond-ie wel interessant. Het Reformatorisch Dagblad, weet je dat nog?’
Kees, met zijn kenmerkende pretogen: ‘Nee, dat was Trouw.’
Arie: ‘Ha! Nog erger. Trouwens, Kees had een groot rechtvaardigheidsgevoel. Hij heeft eens een oudere jongen flink beetgepakt omdat die brugpiepertjes pestte.’
‘Ik zei altijd: “Houd geen meisjes voor de gek.”’
– Arie van der Staaij
Generatiekaartje Persoonlijk: Hoe belangrijk was (vrijwilligers)werk voor u?
Arie: ‘Eigenwijs als ik was, nam ik Kees al jong mee naar lezingen die ik gaf voor de SGP, of de partijdag.’
Kees: ‘U hield wel van de knuppel in het hoenderhok; ik ben meer een diplomaat. U bracht me al naar catechisatie toen ik 10 jaar was, terwijl de officiële startleeftijd 12 jaar was. Later heb ik tijdens politieke vergaderingen weleens gezegd: “Pa, houd u een beetje gedeisd, niet weer stennis gaan schoppen.”’
Arie: ‘Een ouderling zei eens over Kees: “Hij heeft de vlotte babbel van z’n vader en de bescheidenheid van z’n moeder.” Ofwel: z’n vader was niet bescheiden. Dat klopt wel.’
Investeren in kinderen
Kees: ‘Als u zich verveelde, richtte u een nieuwe stichting op. U was altijd erg gericht op besturen en organisaties. Vakantie was een hinderlijke onderbreking van het werk. Weken in een huisje zitten was eigenlijk niks voor u.’
Arie: ‘En soms had je dan drie weken regen. Hállo!’
Kees: ‘Des te leuker om te zien dat u met het ouder worden andere hobby’s ontwikkelt, zoals een mooie fietstocht maken.’ Arie: ‘Dat heeft m’n huidige vrouw me bijgebracht.’
Kees: ‘Maar als er echt iets speelde, was u er wel voor ons. Voor mijzelf is het nu gemakkelijker dan vroeger voor u om in mijn kinderen te investeren. Ik kan gemakkelijker een weekendje weg.’
Arie: ‘Ik vind dat de opvoeding vooral op de moeder neerkomt, al heb je als vader natuurlijk ook een taak. Ik mocht van je moeder maximaal 3 avonden weg. Toestemming om daarvan af te wijken, gaf ze niet zo gauw. Ik vond het altijd prachtig om de kinderen op bed te leggen. Later stond ik voor het raam op de uitkijk: wanneer komt hun auto weer terug?’
Generatiekaartje Relatie: Wat is het mooiste dat jullie samen beleefden?
Arie: ‘Toen Kees 29 jaar was, stond hij nummer 3 op de verkiezingslijst. In de verkiezingstijd kregen hij en Marlies het nieuws dat ze medisch gezien geen kinderen konden krijgen. Ingrijpend en schokkend natuurlijk. Die week bleek dat de SGP 2 zetels zou krijgen. Kwart voor 3 ging de telefoon – ik vergeet het niet meer: “Pa, ik ben tóch Kamerlid geworden.” Er was een tellingsfout gemaakt. Kees is helemaal niet zo emotioneel aangelegd, maar hij zei: “Het is alsof God heeft gezegd: je kunt dan geen kinderen krijgen, maar dit is jouw plaats.” Dat Kamerlidmaatschap heeft-ie altijd als roeping ervaren.’
Generatiekaartje Relatie: Wat is echte liefde?
Arie: ‘Dat vind ik een mooie vraag.’ Kees, na even denken: ‘Het goede voor de ander zoeken, zonder je af te vragen wat je terugkrijgt. Terwijl: als je het goede voor de ander zoekt, is de vrucht vaak dat je er alsnog veel voor terugkrijgt.’
Arie: ‘Ik las in de Bijbel hoe Jehu ijverde voor de Naam des Heeren, maar desondanks met zijn eigen eer bezig was. Daarna heb ik mijn activiteiten weleens onder de loep genomen. Gaat het hierbij om je eigen eer, of Gods eer?’
Hebt u Kees weleens liefdesadvies gegeven?
Arie: ‘Meestal ontstonden die gesprekken vanzelf. Als ik echt eens wilde praten, nam ik de kinderen meestal mee in de auto. Ik liet ze vrij in hun keuze, maar zei altijd wel: “Houd geen meisjes voor de gek. En wek geen verwachtingen die je niet waar kunt maken.” Daar hebben de jongens zich altijd aan gehouden.’
Kees, lachend: ‘Ik weet niet of u alles weet, maar dat hoeft ook niet. U noemde trouwens weleens namen die wat u betreft op het lijstje mochten. Maar dat viel bij mij natuurlijk niet in goede aarde. Ik was niet echt geïnteresseerd in dat lijstje.’
Arie veert op. ‘En toch is-ie met iemand getrouwd die op mijn lijstje stond, haha!’
Generatiekaartje Afscheid: Van wie vond u het het moeilijkst om afscheid te nemen?
‘Ruim 40 jaar geleden is mijn moeder overleden’, vertelt Arie. ‘De laatste nacht was ik bij haar. Ik vroeg haar wat ze wilde zingen. Ze zei: “Van Gods goedertierenheid, meer weet ik niet.“ Ik zei: “Meer hoef je ook niet te weten.“ Daarna heb ik haar ogen dicht mogen drukken. Dat zijn dingen die je niet meer vergeet. Ik hoop dat de herinnering aan mij ook zo mooi mag zijn als ik eens afscheid van jullie moet nemen.’
Kees: ‘10 jaar geleden overleed mijn moeder. We zagen het aankomen, dat was echt een voorrecht. Ik stelde mezelf de vraag: wil ik nog iets met m’n moeder doen zolang het kan? Ja, dacht ik, samen uitgebreid lunchen. Dat deden we nooit, maar daar ben ik erg dankbaar voor. Door deze ervaringen besefte ik al vroeg hoe kwetsbaar het leven is.’
Arie: ‘Ik had altijd de norm, richting ma maar ook richting jullie: we gaan nooit boos slapen, want je weet niet of je nog wakker wordt. Ruzie moet je uitpraten!’
Kees: “Tegelijk heb ik, eerst met mijn moeder en later met mijn kinderen, ook besproken dat het idealiter zo is dat er niet eerst van alles uit de weg geruimd moet worden op het moment dat iemand ernstig ziek wordt.’
Arie: ‘Uiteindelijk is er niks wezenlijker dan de dood, maar mensen durven er soms nauwelijks over te praten. Het zou goed zijn als dat gemakkelijker zou gaan.’
Generatiekaartje Afscheid: Hoe ziet u uw afscheidsdienst voor u?
Arie: ‘We hebben onszelf de dood aangedaan door de zonde. Daarom versieren we de dood ook niet met bloemen. Ik heb mijn kinderen vooral voorgehouden dat het draait om gevonden worden door God. Niet om regeltjes of om bij welk kerkgenootschap je hoort.’
Kees: ‘Die persoonlijke relatie met God vinden we beiden heel belangrijk. Ik denk dat m’n vader het mooi zou vinden als ik in een dankwoord zou zeggen wat ik in hem heb gewaardeerd. Wat dat zou zijn? Ik hoef niet zo nodig op te sommen wat hij allemaal gedaan heeft. Ik heb de begrafenis van oud-SGP’er Koos van den Berg meegemaakt. Vanwege de coronaregels ging die rouwdienst en begrafenis terug naar de essentie: wie de Heere in zijn leven was, en wie hij voor zijn familie was. De franje was weg. Dat vond ik best mooi. Op mijn begrafenis hoeft het ook niet over mijn belangrijkste politieke wapenfeiten te gaan.’
Generatiekaartje Ouder worden: Wat vindt u moeilijk aan ouder worden?
Kees: ‘Door de discussie over voltooid leven ben ik feller geworden op het uitsluiten van ouderen. Vroeger was het ook in onze achterban normaal dat je na je 70e afzwaaide. Dat hoor ik pa ook weleens zeggen. Maar het effect is dat je als oudere al snel het gevoel kunt krijgen: waar leef ik nog voor? Dus toen u vroeg of u nog in een raad van toezicht van een verpleeghuis zou gaan zitten, heb ik dat juist aangemoedigd. Hebt u er plezier in en bent u gezond? Doe het lekker!’
Arie: ‘Eens. Maar als ze zeggen: “Wanneer gaat die oude man weg?“ ben je te laat.’
Kees: ‘Hoe kijkt u naar fysieke aftakeling, iets wat in uw generatie toch aan de hand is?’
Arie: ‘Ik zit daar niet zo mee. Ik ben nog van de oude stempel, ik laat me verzorgen door m’n vrouw. Kees pakt dat beter aan. Hij kan koken, ik niet. En m’n vrouw zegt dat ik het ook nooit leer. Daar zit ik niet mee, Tafeltje Dekje is perfect. En toen mijn eerste vrouw stierf, heeft de Heere me laten zien dat Hij voor me zou zorgen – Hij gaf me een nieuwe vrouw. Wel hoop ik dat ik bewaard word voor dementie, want dat vind ik iets heel ergs.’
Kees: ‘Ik vind dat minder erg, al begrijp ik de moeilijkheid. Maar al wordt u dement, voor mij blijft u dezelfde. Maar als je gewend bent de regie te houden, weet je niet hoe het is om alles uit handen te moeten geven.’
Welke familietraditie willen jullie in stand houden?
Kees: ‘Wat mij betreft op vaste momenten contact zoeken. Ook als ik in het buitenland zit of tijdens vakanties. Nu mijn zoon op kamers zit, bel ik elke woensdag even om te vragen hoe het gaat. Hij vindt dat ook een mooie traditie.’
Arie: ‘Openheid en eerlijkheid vind ik ook belangrijk, met elkaar in gesprek blijven. Dat kun je niet opleggen, het moet een beetje vanzelf gaan.’
Kees: ‘Klopt. En als dat soms kleine irritaties met zich meebrengt, moet je daar niet bang voor zijn. Want als je alles kunt zeggen en weet wat je aan elkaar hebt, geeft dat een gevoel van geborgenheid.’
Pro Life Generatiekaartjes
Wilt u ook het generatiespel ontvangen? Vraag deze dan aan via prolife.nl/generatiekaartjes.
Het kost u niets.