Skip to main content

Els van Dijk doet een oproep aan volwassenen

REDMAR SMIT – ‘Jongeren hebben behoefte aan ervaren volwassenen bij wie ze kunnen aansluiten.’ Die conclusie trekt Els van Dijk (64), directeur van de Evangelische Hogeschool, na de vele gesprekken die ze met jongeren had over de uitdagingen in hun leven. ‘Ik ben kritisch op de jongerencultuur, maar misschien nog wel kritischer op de generatie boven deze jongeren.’

Jongeren staan vandaag de dag voor vele uitdagingen. Opgroeien is volgens Els ingewikkelder dan vroeger. ‘Het essentiële verschil zit ‘m in de geordende structuur van maatschappij, kerk en samenleving. Ik ben nog opgegroeid in een verzuilde samenleving. Alles was duidelijk. Ik ging naar de christelijke gymnastiekvereniging en we lazen thuis de christelijke krant. Tegenwoordig is er een wereld aan mogelijkheden. Vind daar maar eens je weg in als jongere. Ook is de invloed van buiten groter dan ooit. Vroeger waren gezin en kerkelijke achtergrond bepalend voor de keuzes die jongeren maakten. Nu is dat wat ze zien op Netflix of wat er binnenkomt op hun smartphone. Ik denk dat onderschat wordt hoe groot die invloed is.’

Torenhoge ambities
Jongeren worstelen ook met het ideale plaatje en de druk die daarbij komt kijken, vervolgt Els. ‘Torenhoge ambities, de perfecte relatie, de beste baan. Alles moet goed zijn. En als dat niet lukt, krijg je ook nog te horen dat het je eigen schuld is. Dat is een vreselijke boodschap. Als een stage mislukt, raakt de student bij wijze van spreken het pad kwijt en wordt depressief. En ik hoor een moeder tegen haar dochter zeggen dat ze alles kan worden, als ze maar haar best doet. Dan denk ik: mevrouw, u staat gewoon te liegen. Ik ga met talentvolle mensen om, maar het komt er vaak niet uit. Omdat ze bang zijn voor de toekomst en bang zijn om te mislukken. Is dat nou de boodschap die jongeren meekrijgen? Ik hoop dat ze leren leven vanuit verlangen en niet vanuit verplichting.’

Leugens
‘En dan heb je ook nog het eindeloze vergelijken: je moet de mooiste zijn, de beste. Daar word je hartstikke depressief van; als je ’s avonds op je schermpje zit te loeren naar wat iedereen wel of niet doet en hoe leuk ze het hebben. Dan zeg ik tegen studenten: “Jij bent geen ongeluk. Waarom heeft God jou bedacht? Omdat Hij graag ziet dat jij van toegevoegde waarde bent op deze wereld.” Dat raak je kwijt als je gaat vergelijken en het leven vooral wordt bepaald door wat je mist en niet door de beloften van God. Dan wordt je leven zuur. Ik zie jongeren kapotgaan aan de geest van de tijd. Jongeren met wie het goed gaat in het leven worden de minderheid. Mijn hart huilt als ik zie wat jongeren al zo jong moeten meemaken. Ik vraag me dan af: Wat gaat er mis in families, in de kerk? Wat is er gebeurd met de kinderbijbels die stukgelezen zijn, de mooie preken, de goede gesprekken? Is er in de kerk wel oog voor de problemen waar jongeren mee worstelen? Ik denk te weinig. Ik luister weleens met de oren van jongeren en dan vraag ik me af: Hoe loop jij hier straks weg? Heb je vooral gehoord wat niet oké is? Of heb je iets meegekregen als alternatief voor de dwaasheid van deze wereld? Want daar gaat het om: loskomen van de leugens die de wereld vertelt. Dan moeten er ook volwassenen zijn die het voorleven. Ik herinner me een week over seksualiteit op de EH. Studenten zeiden na afloop: “Waarom heeft niemand hier eerder met ons over gepraat?” Ik vind dat schokkend. Je kunt als ouders een boekje onder het kussen leggen, maar dat werkt niet uit wat je als ouders wilt. We moeten praten.’

‘Mijn hart huilt als ik zie wat jongeren al zo jong moeten meemaken. Ik vraag me dan af: wat gaat er mis in families, in de kerk?’

– Els van Dijk

Uitnodigend opvoeden
Toch ziet Els meer dan ooit kansen voor jongeren. Maar of ze die kunnen pakken, hangt af van of ze verbinding kunnen maken met de generatie boven hen. ‘Twee concrete tips voor de oudere generatie. Geef het goede voorbeeld. Als je zelf ook alleen maar bezig bent met je carrière en het nakomen van je verplichtingen, kun je niet verwachten dat je kind het anders gaat doen. En als je ’s avonds moe op de bank achter je schermpje op de bank ploft, vergroot je de afstand tussen jou en je kind. Leg dat ding weg. Dan val je niet uit de groep, maar kom je er juist in. De echte verbinding is zoveel leuker en mooier! Leer kinderen zelf verantwoordelijkheid nemen. Eis niet te veel van je kind en houd rekening met zijn of haar ontwikkeling. Als ouder kun je ook prestatiezucht hebben, zeker als je zelf minder kansen hebt gehad. Houd ze ook niet klein door alles voor ze te doen. Je mag als ouder – of in welke rol je je ook verhoudt tot de jongeren – uitnodigend opvoeden. Het is die “kans” pakken die voor je aan tafel zit of bij je in de collegezaal. Ze hebben iemand nodig die zegt: “Mag ik je iets meegeven waardoor je de weg kunt vinden in dit moeilijke leven?” Niet voorschrijven, niet met het vingertje wijzen, maar vragen: “Hoe kan ik je helpen de volgende stap te zetten?” Dan nodig je ze uit om keuzes te maken. Daar kun je al jong mee beginnen. Dat vraagt wel dat je zelf ook kwetsbaar bent.’

Kloof
Veel mensen vinden jongeren maar ingewikkeld en ervaren een generatiekloof. ‘Dat heb ik zelf niet’, vertelt Els. ‘Jongeren zijn fantastisch: ze zijn open, puur, echt, eerlijk en direct. Daar kunnen volwassenen nog wat van leren. Jongeren zetten zich niet af. Serveer ze daarom ook niet af. Je krijgt een kloof als je het anders-zijn ziet als een bedreiging. We moeten het juist zien als een kans, een verrijking, in plaats van dat we zeggen: “Ze doen allemaal dingen waar ik niks van snap.” Ik vind het bijzonder dat God in de Bijbel vaak de weg van de generaties gaat. Ik zie daarom jongeren als een belofte; personen waar God iets heel moois heeft ingelegd. Als medereisgenoten mag je dat mee ontdekken en ze stimuleren. God heeft ons bedoeld om in die verbondenheid met elkaar te leven. Dat is niet vanzelfsprekend. Het alternatief is namelijk gemakkelijker. Jongeren willen gezien en erkend worden. Toon daarom echte belangstelling. Wees niet bang voor vragen waarop je het antwoord niet weet. Het gaat erom dat je jezelf bent, transparant. Het hoeft niet perfect te zijn. Jongeren zien snel genoeg of er échte interesse is. Een goed gesprek komt dan vanzelf.’

‘Ik wil leren van de levenswijsheid van volwassenen’

– Hennely Gijsenbergh

‘We hebben volwassenen nodig die ons aanmoedigen en ons begeleiden’, vindt Hennely Gijsenbergh (19). ‘Mijn studieloopbaanbegeleider (slb’er) is zo’n inspirerende volwassene die mij hielp met de dingen die ik lastig vond.’

‘Als jong meisje voelde ik al de druk om te presteren. Dat is iets wat ik mezelf oplegde. Ik weet nog dat ik mijn eerste 4 haalde. Dat voelde als falen. Het gevoel dat ik hoge cijfers moest halen, duurde tot en met de 2e klas. Daarna werd het minder. Toch kwam tijdens mijn stage op een basisschool dat gevoel weer terug. Lesgeven vond ik heel spannend en ik wilde dat perfect doen. Net zo perfect als mijn mentrix. Natuurlijk kon dat niet, omdat ik toen eerstejaars was. Ik ging met mijn slb’er in gesprek. Hij zei me dat het niet erg was om te falen, dat je juist leert van je fouten. Durf te zijn wie je bent en laat jezelf zien. Dat was voor mij de sleutel. Daardoor ben ik enorm veranderd. Ik kan zijn wijsheden toepassen op veel gebieden in mijn leven. Ik leerde ook beter voor mezelf zorgen. Ik stond namelijk veel voor anderen klaar, maar vergat daardoor soms mezelf. Nu is er een gezonde balans.’

Ook gesprekken met andere volwassenen vindt Hennely waardevol. ‘Wat ik soms wel merk, is dat ze snel zeggen dat vroeger alles beter was. En dat het zo nog steeds zou moeten gaan. Maar de tijden zijn veranderd. Ik mis soms het begrip voor het feit dat wij als jongeren dingen anders aanpakken. Ik wil leren van hun levenswijsheid en niet te veel nadruk leggen op de verschillen. Ik hoop dat jongeren en ouderen in hun achterhoofd houden dat we een belofte zijn. Want de jeugd heeft de toekomst.’

‘Ik vind het belangrijker hoe God naar mij kijkt’

– Bram Spoon

Bram Spoon (21), student natuurwetenschap en innovatiemanagement, weet uit eigen ervaring dat er veel op jongeren afkomt. Hoe gaat hij daar zelf mee om?

‘Torenhoge ambities, het perfecte plaatje, de grote invloed van buiten; ik herken het allemaal. Het zit in ons mensen om de beste te willen zijn. Maar als je blijft vergelijken, word je nooit blij met wie je bent. Het is belangrijk dat je weet waarin je identiteit ligt. Ik vind het belangrijker hoe God naar mij kijkt. Wat de rest dan vindt, kan mij minder schelen. In Christus ben ik goed genoeg. Dat neemt een zekere druk weg. Een voorbeeld: Laatst had ik een toets niet zo goed gemaakt en daar baalde ik van. Totdat ik me bedacht dat mijn waarde niet wordt bepaald door de uitslag van een toets. Als ik mij door anderen een bepaalde druk laat opleggen, heeft dat een verlammend effect. Dan kan ik niet meer leveren wat anderen van mij vragen. De afgelopen jaren heb ik, mede dankzij mijn reis naar Australië en de Evangelische Hogeschool, daarmee leren omgaan. Ik mag doen wat ik leuk vind, niet wat anderen van mij verwachten. Ik mag van mezelf houden zoals ik ben.’

‘Mijn omgeving kan me daarbij helpen. Ik ben dankbaar dat ik volwassenen om mij heen heb met wie ik alles kan bespreken. Ik vind het mooi dat zij ook kwetsbaar durven zijn. Dat is belangrijk. Met mijn ouders praat ik daar minder over, omdat ik merk dat ze het lastig vinden om zelf ook kwetsbaar te zijn. Dat heeft ook weer met hun opvoeding te maken. Kwetsbaar zijn moet je ook durven. Maar als je daarin slaagt, zorgt dat voor echte verbinding met elkaar.’

Dit artikel is onderdeel van het zorgmagazine Liv. Meer weten?
Vraag hier het magazine gratis aan.