Skip to main content

Familie Alderliesten over het verlies van een zoon en broertje

Wat gebeurt er in een gezin als een kindje overlijdt? Eind vorig jaar overkwam dit de familie Alderliesten. Olivier overleed vlak voor zijn geboorte. Arthur en Machteld kijken met hun kinderen Quinten, Ingeborg en Beatrice terug op een bewogen halfjaar. ‘Toen ik het Ingeborg vertelde, zei ze: “Kan God voor een keertje nog een wonder doen en het hartje laten kloppen?”’

Ingeborg (9) vindt praten over haar broertje lastig, maar ook mooi. ‘Omdat we Olivier zo niet vergeten, toch?’ moedigt haar vader aan.
Ingeborg knikt en begint te sniffen.
Machteld (43): ‘Ingeborg keek er zo naar uit. Ze was al een half moedertje en had ‘m de kerk mogen binnendragen bij de doop.’
Beatrice (4) breekt in. ‘Gisteren werd er een kindje gedoopt!’ Tegen Ingeborg: ‘Toen moest jij toch huilen?’
Ingeborg: ‘Ja, omdat het bij Olivier ook zou gebeuren.’

Favoriete knuffel
Beatrice pakt er een boekje bij, gemaakt door haar oma. Op de voorkant staat Nijntje met een traan. Al bladerend laat ze de maan en de sterren zien, uit Psalm 8. Een babyhandje in een moederhand, vallende blaadjes. In haar andere hand houdt Beatrice haar slaapknuffeltje vast. ‘Die was eigenlijk voor Olivier!’
Quinten (12) vertelt over zijn blauwe konijntje dat hij kort na het overlijden van Olivier op zolder had opgezocht. Vroeger was het zijn favoriete knuffel. Quinten: ‘Die wilde ik graag bij Olivier in het mandje leggen.’
Arthur (41): ‘Volgens mij zei je daarmee: “Ik houd heel veel van jou,Olivier.” Toch?’
Quinten knikt.

Schrijven en zingen
Machteld werkt in een dagactiviteitencentrum voor mensen met een verstandelijke beperking. Arthur is manager bij de stichting Vrienden van Lelie zorggroep en projectmanager ethiek bij het Professor Lindeboominstituut. Hij hield rondom het overlijden van Olivier een dagboek bij. Deze “Oliviermemoires” vormen nu een belangrijk herinneringsboekje voor het gezin. Machteld: ‘Ik praatte er vooral veel en vaak over. En ik zong vaak. Olivier overleed in november 2019 en in februari zouden we met ons kamerkoor een concert geven met mooie Bach-composities. Ik ben dus snel gaan zingen en vanwege de mooie teksten hielp dat erg goed.’
Beatrice heeft er inmiddels een foto van Olivier bij gepakt. Trots: ‘Dit is Olivier.’ Daarna gaat ze weer spelen met haar keukentje.

Is er een lied dat jullie aan Olivier doet denken?
Arthur: ‘Beatrice, weet je nog welk lied we in de kerk zongen?’
Beatrice schudt haar hoofd, maar grote broer Quinten schiet te hulp. ’Nu gaan de bloemen nog dood. Als we dat zingen, moet ik steeds aan Olivier denken.’
Arthur: ‘En Psalm 8, die stond op het kaartje. Dat de grote God zich verbindt aan kleine mensen, zowel aan Olivier als aan ons, dat draagt ons hierdoorheen.’

Wat hielp de kinderen?
Quinten: ‘Erover praten.’
Arthur: ‘Quinten was niet bij het mandje weg te slaan. Hij bleef kusjes geven en aaien. We stonden er vaak samen te huilen.’
Machteld: ‘En hij ging vaak naar het grafje en verzorgde dat heel goed.’

‘God wist van die haartjes’
Arthur luistert geregeld de dienst van Woord en gebed terug. ‘Er is een couplet in het lied Hoog boven ons verheven van Jochen Klepper, als dat voorbijkomt, moet ik steeds huilen:

Hij kent je, zelfs jouw haren
zijn door de Heer geteld.
Niets kan Hem evenaren,
geen macht die Hem ooit velt.
Geen zee houdt Hem gevangen,
geen berg waar Hij op stuit.
Toch gaat zijn hartsverlangen
naar kleine mensen uit.

Ik zie dan meteen Oliviers haartjes voor me. Zo weinig mensen hebben zijn haartjes gezien … Ik heb hem zelf aangekleed en het mutsje over z’n haartjes gedaan.’ Licht geëmotioneerd: ‘Het raakt me elke keer weer; zo mooi, zo klein, zo teer. God wist van die haartjes, verborgen onder het mutsje.’

‘God nam Olivier weg. Waarom? Dat weten we niet.’

– Machteld Alderliesten

Boos
Machteld herinnert zich 1 moment dat ze even heel boos was. ‘Kort na de begrafenis zag ik op zolder het kraampakket liggen. Zo confronterend. Ik heb de complete doos met inhoud van de trap gesmeten. Er móest iets kapot, dat ding moest weg. Die boosheid is er daarna nooit meer geweest. God nam Olivier weg. Waarom? Dat weten we niet. Maar dat onze Olivier in de hemel bij God is, is zoiets groots. Dat verzacht de pijn en het verdriet van zijn gemis vaak.’

Quinten: ‘Ingeborg was ook boos.’
Machteld: ‘Ja. Toen ik vertelde dat Olivier niet meer leefde, was dat ook het 1e wat ze zei: “Waarom doet God dit nou? Kan Hij Olivier niet 1 keertje levend maken?’” Dat begeleiden vinden we best moeilijk, we zijn geen psychologen.’
Arthur: ‘Als we samen bidden, probeer ik haar vraag richting God te verwoorden. Op een gegeven moment zei ze: “Ik ben niet meer zo boos. Nu kan ik zelf weer bidden.” De Geest werkt ook troostend in kinderen.’
Machteld: ‘Quinten gaat er haast volwassen mee om.’
Quinten: ‘Ik ben op de radio geweest, om een kaarsje te branden. Een soort interview. Ze vroegen hoe ik ermee omging. Dat vond ik wel leuk. Wat ik verteld heb? Dat Olivier bij God is, en zo.’

Hoe belangrijk was jullie omgeving?
Machteld: ‘Heel belangrijk en waardevol. We hadden veel aanloop, mensen kookten voor ons, pasten op de kinderen … We hebben niet alleen medeleven, maar ook medelijden ervaren.’

Waren er ook minder prettige reacties?
Arthur: ‘Ja. Iemand die langskwam zei: “We zien het liever niet.” Ik was enorm trots op en blij met Olivier, en dan wordt hij opeens gedegradeerd tot een “het”. Arthur zucht diep. ‘Gelukkig kon ik me beheersen, maar ik kreeg kippenvel van mijn kruin tot mijn tenen.’
Machteld: ‘Een vriendin met een vergelijkbare ervaring vertelde me: “Wees erop voorbereid dat mensen je gaan mijden.” Dat gebeurde. Men vermeed oogcontact, bleef treuzelen bij een winkelschap. Dat maakt het pijnlijker. Het is waarschijnlijk onmacht, maar probeer desondanks gedag te zeggen. Dat is al heel fijn. Iets wat ik zelf uit deze periode heb geleerd, is om niet zo snel meer te zeggen: “Als we iets kunnen doen, zeg het gerust!” Dat gebeurde vaak, maar een concreet aanbod – dat pannetje soep – werkt beter.’

Tegen welke praktische zaken liepen jullie aan?
Arthur: ‘Wij hadden een kraamhulp die nog nooit een vergelijkbare situatie had meegemaakt.’
Machteld: ‘We hebben gemerkt dat het voor ons meerwaarde zou hebben als een kraamhulp ervaring heeft met een doodgeboren kindje. Ook voor haarzelf is het fijn als ze ervaring heeft met zo’n situatie.’
Arthur: ‘Plus: het is misschien taboe, maar als een kind overlijdt, kost dat heel veel geld. Wij hebben ons echt weleens afgevraagd hoe we het financieel moesten dragen. Een begrafenisonderneming vraagt overal geld voor. Een geluidsinstallatie op de begraafplaats hebben we geannuleerd, niet nodig. Voor het koffieschenken hebben we enkele gemeenteleden gevraagd die toch al hulp hadden aangeboden. Machteld en ik zeiden tegen elkaar: “Nu staan we aan de kant dat we mogen ontvangen.”’

Balsem op de wond
Arthur had altijd de overtuiging dat het goed is om geliefden niet in een open graf achter te laten, maar zelf te begraven. Toen hij dit na Oliviers overlijden opperde, wilde Quinten direct meedoen.
Arthur: ‘Op een gegeven moment ging ik aan het graf even naast Machteld zitten. We zagen hoe onze kinderen hun broertje begroeven. Voor mij was het toen duidelijk: we begraven nu de dode Olivier, maar de levende Olivier is boven, bij God. Dat hebben we toen ook als gezin met elkaar besproken. Dat verzacht enorm, het is balsem op de wond.’
Machteld: ‘Het was heel duidelijk dat God ons in deze tijd gedragen heeft.’ Arthur: ‘Ongekend. Gods nabijheid was tastbaar. Ook voor ons als gezin was het een heel intieme periode waarin al onze zintuigen openstonden. Daar verlang ik soms nog naar terug.’

Zijn als Christus

Onlangs verscheen Arthur’s boek Zijn als Christus, met 52 overdenkingen. Enkele hiervan schreef hij na het overlijden van Olivier. ‘Omdat ik voor zijn overlijden al bezig was met vraagstukken omtrent dood en rouw, heeft me dat geholpen met het verlies om te gaan. Ik ben min of meer getraind. Eerder heb ik al geworsteld met waarom-vragen – en daar vrede in gevonden – vooral doordat ik onder de indruk ben geraakt van Gods soevereiniteit. Het is genade als je kunt leven zonder antwoorden. Dat draag ik deze periode met mij mee. Ik wil dus benadrukken: denk over deze vragen na. Juist als het nog goed met je gaat. Als je karakter is gevormd, kun je een flink stoot verdragen.”

Zijn als Christus – 52x goed doen
Uitgeverij De Banier

Dit artikel is onderdeel van het zorgmagazine Liv. Meer weten?
Vraag hier het magazine gratis aan.