Werken op de ic tijdens de coronacrisis
REDMAR SMIT – De kwetsbaarheid van het leven kwam de afgelopen periode voor Arian Paul ontzettend dichtbij. Hij werkt als anesthesist in het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis (ADRZ) in Zeeland. Toen het coronavirus uitbrak, meldde hij zich vrijwillig aan om op de intensive care (ic) te gaan werken. Hij vertelt over de afgelopen periode. ‘Ondanks alles wist ik dat God de controle had.’
‘Begin maart hoorden we zorgelijke geluiden uit Italië komen’, vertelt Arian. ‘Collega’s daar waarschuwden ons dat er iets ernstigs ging gebeuren. Aan het begin dachten we nog dat het mee zou vallen: het is vast een griepje, het waait wel weer over. Brabantse collega’s lieten weten dat er ineens veel mensen naar de spoedeisende hulp kwamen. We werden toch wat angstig; er komt iets in ons land wat we nog nooit hebben meegemaakt.’
Onzekerheid
In de 2e week van maart ging ook in ons ziekenhuis de knop om. ‘We moesten sommige dingen opschalen, andere juist weer afschalen. De ontwikkelingen gingen heel snel en er moest veel veranderen. We besloten niet meer te opereren, maar ons te richten op de ic en de spoedeisende hulp. Ik zei dat ik wel op de ic wilde werken. Aan het begin was ik wel een beetje bang. We wisten nog zo weinig. Straks hebben we te maken met een virus dat de helft van de bevolking uitroeit. Ik wist al dat dit een heftig virus was, terwijl dat bij de meeste Nederlanders nog niet was doorgedrongen. Wat als ik het zelf niet overleef? Maar in afhankelijkheid van God wilde ik het tóch aangaan. Ik deed wat ik moest doen.’
Eerste coronapatiënt
Arian begon met zijn diensten op de ic en kreeg daar voor het eerst te maken met een coronapatiënt. ‘Ik schrok eigenlijk niet, moet ik toegeven. Ik ben gewend zorg te bieden aan soms heel zieke mensen. Dit was niet per se spannender dan anders. Het was wel heftig dat die eerste patiënt een gezonde man was, die na wat klachten corona bleek te hebben. Hij heeft het niet overleefd. Dat was confronterend. Op dat moment dacht ik: er is nu iets begonnen en ik weet niet waar het stopt. Het viel mij ook op dat veel jonge en gezonde mensen ineens zo ziek werden. Ik werd geconfronteerd met de kwetsbaarheid van het leven. Ik voel daarom meer dan ooit de noodzaak om mensen te vertellen dat het leven tijdelijk is. En dat ze bij God moeten schuilen. Het kan zo afgelopen zijn. Ik heb veel coronapatiënten in slaap moeten brengen. En dan dacht ik: kijk maar om je heen, want dit is misschien wel de laatste keer dat je mensen ziet. Ik kon niet zeggen: “Het komt goed.” Want dat wisten we niet. Vooral aan het begin van de crisis waren de mensen ook heel erg bang. Een andere angst dan die ik vaker zie bij andere patiënten. Mensen dachten vaak dat dit het einde van hun leven was. Ik probeerde ze wat te kalmeren en bracht ze daarna in slaap.’
‘Het was heftig dat de 1e patiënt een gezonde man was.’
– Arian Paul
Privé
Het waren intensieve maanden op de ic. Arian werkte dagen achter elkaar in tijdsblokken. ‘Gelukkig konden we het redelijk goed volhouden, al was het aan het begin echt wel stevig aanpakken. Ook was het soms spannend of er wel genoeg beschermingsmiddelen en materialen waren. Het was ergens ook een mooie periode, die gekenmerkt werd door veel creativiteit en bereidwilligheid. Ook vanuit de bevolking. Regelmatig werden we verrast met bijvoorbeeld taart en fruit. Ook voor mijn gezin waren deze maanden spannend, maar mijn vrouw en kinderen hebben me goed gesteund. Toen ik zelf een paar dagen verkouden en ook wat benauwd was, werd ik bang. Straks heb ik het, wat dan? Dat was ook voor het gezin moeilijk. Ook de quarantaineregels die we precies volgden, waren lastig; dat er geen vriendjes konden komen spelen bijvoorbeeld. Ik werkte continu onder hoge druk en ik wilde mijn gezin en mezelf beschermen. Ook was het niet altijd even makkelijk om na het werk te ontspannen. Ik ben ook vader en de kinderen waren nu altijd thuis. Toch heeft het ons als gezin dichter bij elkaar gebracht. En doordat alle verplichtingen uiteindelijk wegvielen, was het leven ergens ook meer in balans. Wat voor mij persoonlijk lastig was, is dat ik mijn kerkenraadswerk tijdelijk moest stoppen. Mijn 1e taak was dokter zijn, het pastoraat moest ik laten zitten. Ook zag ik gemeenteleden in het ziekenhuis. Dat vond ik moeilijk. God heeft me de kracht gegeven om het vol te houden.’
God heeft de leiding
Arian leerde tijdens de coronacrisis hoe goed we het in Nederland hebben. ‘Ik hoor gemopper over de beperkingen. Maar ik heb in Zimbabwe gewoond en daar is het nog zoveel erger. Wij hebben hier nog eten, drinken, werk en medische hulp. Daar mogen we dankbaar voor zijn. Ik heb ook gezien dat het leven kort is en dat ik mag genieten van de dingen die God mij heeft gegeven. In deze periode heb ik echt mijn zegeningen leren tellen. En de toekomst? Die is onzeker. Het zal nog lang duren voordat we terug kunnen naar de normale situatie. Ik verwacht dat we tot zeker het voorjaar van 2021 nog te maken hebben met corona. Tot die tijd leef ik bij de dag. Én ik vertrouw op God. Hij heeft de leiding, ondanks alles. Dat besef ik nu meer dan ooit.’